Ik ben zo vaak zo moe,
ik moet mijn ogen vaker toe
om weer te zien wat wakker is,
om niet te zien wie slapend is.
Ik heb zo vaak de vaak
dat ik er moeder van geraak
of moedeloos misschien? Of ben
ik bozer nog dan o-zo-moe?
Ben ik nog boos op vaderloos
of op de één of àndere man
die ook met ogen voorgoed toe
wel hebben maar niet geven kan?
Ik weet het niet, ik ben te moe,
maar weet wel: ’k wil veranderen
van moe naar boe!, hier ben ik dan,
van vaak naar nog maar … geeuw …
af en toe.
fotografie