en toen was het weer herfst
en ik weer vier seizoenen ouder,
mijn schouderbladeren vallen
opgelucht van de bomen
het hele woud zucht
terwijl ik er in dans,
hier geef ik niemand nog de kans
om in tussen te komen
de wind wervelt en ik
vervelde tot mezelf,
de tijd dwarrelt terug langs
mijn ruggengraat naar boven
alles gaat weer gewoon goed
en de rust verontrust mij
niet meer, alleen mijn haren
zijn nog wat in de war
de klok tikt nu op de maat
van mijn hart en ik ben
niet meer van slag, ook niet
van hem en zijn glimlach
ik neem ze mee naar de winter
en ik laat al de rest
willoos los in de stilte
van dit goud getinte bos
de aarde is weer rond
als ik naakt lig in haar schoot
en ik vind er wat hij ooit
in de mijne vond:
dat wat hij open en bloot
ontdekte aan mijn lijf;
mijn lief, ik ben en blijf
als de dood voor u:
het onbeschreven blad
in de wind, het ongeboren kind,
de bron waar alle liefde
oorspronkelijk begon
fotografie