papaver mamadicht

 

Hij brak zijn been.
En dan zijn nek.

Hij brak haar hart.
Ik denk dat ik zo gek,
genoeg, een dichter werd.

Alleen al voor dat woord.
Want, dichter dan in woorden,
zou hij ons nooit meer raken.

vrouw in rood papaver

Mijn mama zei: jij moet máken,
kleine dingetjes, die genezen.
En veel lezen. Jij moet de grond
onder je voeten voelen, woelen
in de aarde, daar de kiemen planten
van wie jij bent, al dat talent in jouw handen
er traag laten groeien,
seizoen voor seizoen
en een man die jou graag ziet
en doet openbloeien, zoen voor zoen.

Jij moet een beetje beteugeld,
onder zijn vleugels, snuffelen in heilige
boekjes, knuffelen in veilige hoekjes,
warm in zijn armen thuis kunnen komen,
dichtbij hem wegdromen en
over je laten waken, onvoorwaardelijk,
want je bent toch zo breekbaar en intens.

O en je moet met hem ook
kleine mensen maken, mijn kind,
en hun wensen en dromen
altijd voor de jouwe uit laten komen.

Ja, van mama leerde ik
de mooiste kleine dingen maken
en ik zag ze almaar groter worden,
los te laten.

Zoals die rare moedervlekken.

Ik denk dat ik zo gek,
genoeg, een dichter werd.

benen in papavers

Mijn papa zei: jij moet breken
met het kleine, het berekende, het verleden.
Jij moet grootse dingen maken,
ver raken, ver reiken, ver reizen,
jij moet uit mijn as herrijzen,
jij moet uitbreken, uitvliegen,
heupwiegen, naakt en vrij en
zonder zorgen voor morgen
alle kansen grijpen,
naar niemands pijpen dansen.

Heilige huisjes? Omvergooien!
Veilige huisjes? Nee, je nooit laten kooien!
Jij moet Je vleugels uitslaan,
daar waar de wind je blaast gaan.
Eigenlijk moet jij juist niks moeten,
alles mogen, want met die ogen van jou,
ligt de hele wereld aan jouw voeten!

O maar jij moet wel met een traan
en een lach de liefde bedrijven,
mijn kind, en dan schrijven over
hoe alles zacht aan je lippen lag.

Ja, van papa leerde ik
groots en ver verlangen
en ik zag het almaar kleiner worden,
los te laten.

Zoals die rare vadertrekken.

Ik denk dat ik zo gek,
genoeg, een dichter werd.

arm in papaverveld

In een

V

E

R

T

I

C

A

L

E

s          p          r          e          i          d          s          t          a          n          d

tussen

mijn grondige, aardse moeder

en

mijn overdreven hemelse vader

dicht ik hun de
LIEFDE
toe.

Zo houd ik haar
open, enig, lenig en in leven
in het hier, op papier, geschreven
en in het nu, aan u, publiek, gegeven.

IK
ben de dochter

van mijn moeder

en

en mijn vader.

IK
poëzie hen in mij,
almaar verder, almaar nader.

IK
werd door hen uit liefde
èn verlangen gewekt.

Ik denk dat ik zo gek,
genoeg, een dichter werd.

vrouw in rood kleedje papavers

don-eer een keer

 

Heb ik je geraakt?
Je dag beter gemaakt?

Zin om iets terug te geven?
Een koffie of je leven!

fotografie

 

Nico Rotty