het wezen

Ik had mijn vergezicht wat ver gezocht,
het lag dichtbij en zelfs niet om
de bocht, maar hier: rècht voor mij.

Ik had nu eens mijn ogen dicht, dan weer
mijn blik naar buiten gericht, toch
zat het binnen in mij, elk ogenblik.

De eindeloosheid blijft mijn wens,
voorlopig ben ik lijf en mens en vrij
te kiezen hoe ik dat dan wil: gebonden zijn.

Aan mij, aan jou, mijn God, mijn Lief,
mijn Liefde voor dit leven. En aan de vraag:
Waar waren wij ook alweer gebleven?

fotografie